(function(i,s,o,g,r,a,m){i['GoogleAnalyticsObject']=r;i[r]=i[r]||function(){ (i[r].q=i[r].q||[]).push(arguments)},i[r].l=1*new Date();a=s.createElement(o), m=s.getElementsByTagName(o)[0];a.async=1;a.src=g;m.parentNode.insertBefore(a,m) })(window,document,'script','//www.google-analytics.com/analytics.js','ga');ga('create', 'UA-36183148-3', 'auto'); ga('send', 'pageview');Gastroscopie - allesoverdarmonderzoek.nl

Goed voorbereid naar een coloscopie

brochure2

Alles over de gastroscopie

Hieronder vind je vragen en antwoorden over de gastroscopie. Staat je vraag er niet tussen, stel je vraag dan aan de MDL-arts.

Wat is een gastroscopie?
Wat betekent ‘gastro’?
Wat kun je opsporen met een gastroscopie?
Hoe moet ik me voorbereiden op de gastroscopie?
Wat gebeurt er tijdens het onderzoek?
Wat gebeurt er na het onderzoek?
Hoe lang duurt het onderzoek?
Is het een pijnlijk onderzoek?
Wat is er bekend over complicaties en risico’s?

Wat is een gastroscopie?

Bij een gastroscopie bekijkt de arts met een flexibele slang (gastroscoop/endoscoop) je keel, je slokdarm, je maag en je twaalfvingerige darm. Deze slang heeft een camera waarmee hij probeert elke afwijking te zien. Ook is het mogelijk tijdens het onderzoek stukjes weefsel weg te nemen voor nader onderzoek.

Wat betekent ‘gastro’?

Gastro-enterologie is wetenschap over het maag-darmstelsel. De term is afgeleid van het Griekse ‘gastèr’ dat ‘maag’ betekent en ‘enteron’ dat ‘darm’ betekent.De officiële naam voor een gastro-enteroloog is maag-darm-leverarts (MDL-arts). Een MDL-arts behandelt chronische darmontstekingen zoals de ziekte van Crohn maar ook hepatitis, tumoren en galstenen.

Wat kun je opsporen met een gastroscopie?

Met een gastroscopie kun je verschillende aandoeningen opsporen in de slokdarm, de maag en de dunne darm. Hieronder bespreken we de aandoeningen.

Slokdarm

Slokdarmontsteking (oesophagitis)
Een slokdarmontsteking komt vaak voor. Een slokdarmontsteking veroorzaakt een branderig gevoel achter het borstbeen en zuurbranden.

Barrett-slokdarm
Een chronische slokdarmontsteking kan op termijn overgaan in een Barrett- slokdarm. Dit is een slokdarm, waarvan de wand gedeeltelijk bekleed is met slijmvlies van de maag of dunne darm.

Slokdarmkanker
Het aantal Nederlanders dat slokdarmkanker krijgt, is de laatste jaren sterk gestegen. Per jaar krijgen ongeveer 1900 mensen de diagnose te horen. De meeste mensen zijn tussen 50 en 70 jaar oud. Klachten zijn bijvoorbeeld pijn achter het borstbeen, het gevoel dat eten niet goed zakt, onverklaarbaar gewichtsverlies, het braken van bloed en aanhoudende vermoeidheid.

Meer op www.slokdarmkanker.info

De maag

Maagslijmvliesontsteking (gastritis)
Een maagslijmvliesontsteking kan acuut of chronisch (langdurig) zijn. Een acute maagslijmvliesontsteking krijg je door bijvoorbeeld roken, overmatig alcoholgebruik of een infectie. Klachten zijn hierbij misselijkheid, braken en een vervelend of pijnlijk gevoel in de bovenbuik. Veroorzaker van een chronische  maagslijmvliesontsteking is een infectie met de Helicobacter pylori bacterie of een auto-immuunziekte. Hierbij maak je afweerstoffen tegen delen van je eigen maagslijmvlies aan.

Meer op www.maagproblemen.info.

Maagzweer
Een maagzweer kan ontstaan in de maag, maar ook in het eerste deel van de dunne darm; de twaalfvingerige darm. De oorzaak van de maagzweer is bijna in alle gevallen een infectie met de Helicobacter pylori bacterie of het gebruik van NSAID’s.

Meer op www.maagproblemen.info.

Maagkanker
Maagkanker komt steeds minder vaak voor in Nederland. Jaarlijks horen ongeveer 1800 mensen de diagnose ‘maagkanker’. De kans op maagkanker neemt toe bij weinig eten van groente en fruit en veel eten van gerookte en in zout ingelegde voedingsmiddelen. Een langdurige infectie met de Helicobacter pylori bacterie verhoogt ook de kans op maagkanker.

Meer op www.maagproblemen.info.

Dunne darm

Coeliakie (glutenintolerantie)
Mensen met coeliakie hebben een intolerantie voor gluten. Dit betekent dat hun dunne darm geen gluten verdraagt. Gluten is een eiwit dat voorkomt in tarwe, rogge, haver, gerst, kamut en spelt. Als de wand van de dunne darm in contact komt met gluten geeft dit klachten zoals diarree, buikpijn, verminderde eetlust, een opgezette buik en vermoeidheid. Op den duur worden voedingsstoffen minder goed opgenomen via de wand van de dunne darm. Vooral bij kinderen kunnen ernstige klachten ontstaan.

Hoe moet ik me voorbereiden op de gastroscopie?

Voor het onderzoek moet je nuchter zijn. Je mag gedurende 6 uur voor het onderzoek niets meer eten en drinken of roken. Tot 2 uur tevoren mag je wel heldere dranken nemen. Overleg met je arts over eventuele medicijnen die je gebruikt.

Schuimwerend middel

Voor het onderzoek krijg je meestal een schuimwerend middeltje te drinken. Dit voorkomt dat er schuim ontstaat in de maag tijdens het onderzoek. Dat is namelijk een normale reactie van de maag, maar maakt het onderzoek moeilijker te beoordelen.

Wat gebeurt er tijdens het onderzoek?

Je gaat liggen op je linkerzij. Als je een roesje hebt afgesproken, krijg je een infuusnaald ingebracht en word je slomer en slaperiger. Elk persoon reageert weer anders. Sommigen weten niets meer van het onderzoek, terwijl anderen alles nog kunnen vertellen.

Om kokhalzen tegen te gaan, verdooft de verpleegkundige of de arts je keel met een verdovende spray of een gel. Je krijgt ook een soort ring in je mond waardoor je mond openblijft en je niet op de slang kan bijten.

Probeer je te ontspannen

Daarna brengt de arts de flexibele slang naar je keel. Hij schuift voorzichtig de slang door naar je twaalfvingerige darm. Hoe meer je je ontspant, hoe gemakkelijker het is, maar het blijft een vervelend gevoel. Concentreer je op je ademhaling. Dat kan helpen.

Boeren is heel gewoon

Om meer te kunnen zien, blaast de arts via de slang lucht in je. Dit geeft een naar gevoel. Je moet er van boeren. Boer gewoon, dit zal ook na de gastroscopie nog wel even doorgaan. Indien nodig, neemt de arts ook biopten voor nader onderzoek. Dit kun je voelen, maar doet geen pijn. Als de arts klaar is, trekt hij voorzichtig de gastroscoop weer uit je keel.

Wat gebeurt er na het onderzoek?

Met een roesje, ga je naar een uitslaapkamer. Als je keel is verdoofd, wacht dan met eten en drinken. Je kunt je verslikken. Na een kwartier kun je proberen wat te drinken. Gaat dit goed, dan kun je wat eten. Nog misselijk? Wacht dan even met eten. Je kunt namelijk gaan overgeven wat de kans op een luchtweginfectie groter maakt.

Uitslag

Na afloop van het onderzoek krijg je de voorlopige uitslag van de arts of verpleegkundige. Als er biopten zijn afgenomen hoor je wanneer je moet terugkomen of een afspraak moet maken met je verwijzer.

Laat iemand je halen

Ook mag je niet zelf autorijden als je een roesje hebt gehad, dus zorg voor een alternatief, laat iemand je halen, of ga met een taxi. Heb je geen roesje gehad, dan mag je gelijk weer naar huis. De kans op boeren is nog wel vrij groot, maar laat het eruit komen, dan is het opgeblazen gevoel snel weg.

Koorts of benauwd?

In een heel enkel geval kun je bloed opgeven. Dit is niet goed. Neem direct contact op met je behandelend arts. Doe dit ook als je koorts krijgt of het benauwd krijgt.

Hoe lang duurt het onderzoek?

Het onderzoek zelf duurt ongeveer 5 tot 10 minuten.

Is het een pijnlijk onderzoek?

De meningen over dit onderzoek lopen nogal uiteen. Pijnbeleving is ook bij iedereen anders. De één doet het nooit meer, bij de ander viel het mee. Het verschil in beleving, heeft hoogstwaarschijnlijk te maken met wel of geen roesje en/of verdoving van de keel. Let daar dus op. Vraag aan de arts om een roesje en/of verdoving, dat scheelt in de pijn.

Wat is er bekend over complicaties en risico’s?

Een gastroscopie is een heel veilig onderzoek. Toch kunnen er complicaties optreden. Als je je verslikt tijdens het onderzoek kan een luchtweginfectie of een longontsteking het gevolg zijn. Bij een spoedonderzoek, een maagbloeding bijvoorbeeld, is deze kans groter. Als iemand niet nuchter is, kan ten gevolge van het braken, een scheurtje in de slokdarm ontstaan, heel zelden in de maag. Zeer zelden treedt een bloeding op na het nemen van hapjes uit het slijmvlies voor microscopisch onderzoek.