Darmkanker meest voorkomende kanker in Nederland

09 februari 2016, bron: MLDS

Met 15.550 nieuwe diagnoses in 2015 is darmkanker de meest voorkomende kankersoort in Nederland. 8.870 mannen en 6.680 vrouwen kregen vorig jaar deze diagnose. Dit blijkt uit voorlopige cijfers uit de Nederlandse Kankerregistratie, uitgebracht door het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL).

Het aantal diagnoses is toegenomen, doordat darmkanker eerder wordt opgespoord. Dat is belangrijk, want wanneer de ziekte in een vroeg stadium wordt ontdekt dan is de kans op genezing groter.

Net als 2014 laat 2015 een groot aantal nieuwe gevallen zien van darmkanker. In 2014 startte het bevolkingsonderzoek naar darmkanker. Dat spoorde in het eerste jaar 2500 mensen met darmkanker op.

Bevolkingsonderzoek

Met het bevolkingsonderzoek kan darmkanker in een vroeg stadium worden ontdekt. Op termijn kan dat 2400 levens op jaarbasis redden, zo heeft de gezondheidsraad berekend. Darmkanker geeft vaak pas in een laat stadium klachten. Omdat de ziekte in een vroeg stadium goed te behandelen is, is het van levensbelang om darmkanker zo vroeg mogelijk te ontdekken. Want door vroege opsporing is de kans op genezing groter. Het aandeel patiënten met een diagnose in een vroeg stadium van darmkanker nam toe van 18 procent in 2013 naar 23 procent in 2014. Er werden minder patiënten ontdekt met een laat stadium van darmkanker. Wanneer men er op tijd bij is, is de overlevingskans na 5 jaar 94%. Wanneer men er laat achter komt maar 8%. Behandelingen zijn vaak minder zwaar als darmkanker in een vroeg stadium wordt ontdekt. Ook hebben mensen meer keuze in behandelingen.

Wacht niet te lang

Hoe eerder de diagnose darmkanker wordt gesteld, hoe meer kans er is op volledige genezing. Bij klachten die op darmkanker kunnen wijzen, is het belangrijk om op tijd naar de huisarts te gaan. Heeft u darmklachten zoals bloed bij de ontlasting, aanhoudende buikpijn of een plotselinge en aanhoudende verandering in uw ontlasting? Wacht dan niet op het bevolkingsonderzoek, maar neem contact op met uw huisarts. Deze kan inschatten of verder onderzoek nodig is.